De totstandkoming van de Natuur- en Landschappentuin hangt geheel samen met de ontwikkeling van Zoetermeer als groeikern. Zoetermeer moest een stad in het groen worden, dat wil zeggen zo veel mogelijk omgeven door parken. Binnen het Westerpark was plaats voor een heemtuin, de latere Natuur- en Landschappentuin. De Natuurtuin is aangelegd om op kleine schaal alle van oudsher in Zoetermeer voorkomende levensgemeenschappen van planten en dieren te herbergen en zo een staalkaart te zijn van Zoetermeerse “landschapjes” uit het verleden (en heden), zoals zomer- en wintergraanakkers, een boomgaard, moeras met riet en biezen, bloemrijke hooilanden, sloten en singels, een braakliggende hoek en een griend. De oorspronkelijke biotopen zijn nog te vinden bij de oude weteringen in Zoetermeer: langs de Voorweg, achter de Dorpsstraat en de Schinkelweg, langs de Zegwaartseweg, het Noord-Aa gebied, de Broekwegkade en de Meerpolder.
De tuin is ontworpen dor de gemeente Zoetermeer in nauwe samenwerking met buurtbewoners uit Meerzicht. De ontwerpers (R. de Vries en F. Cardinaal) wilden graag naar voorbeeld van Thijsse en Heimans voor de inwoners van Zoetermeer een tuin inrichten die een intense beleving van de natuur mogelijk zou maken. De inspiratie werd gevonden in een publicatie van dr. Ger Londo: “Natuurtuinen en parken”.
Bij het gekozen ontwerp heeft de gemeente zich beperkt tot twee grondsoorten, klei en veen. Klei was al in de ondergrond aanwezig, veen moest worden aangevoerd.
Veel aandacht werd besteed aan de waterhuishouding. Om te verhinderen dat het hoger gelegen veen snel zou veraarden en dus inklinken moest water met behulp van twee windmolentjes omhoog gepompt worden. In een aantal stappen stroomde het water dan weer via het sawagebied omlaag. Ondanks de voorzorgsmaatregelen is het veen door de jaren heen toch voor een groot deel veraard.
Gedurende de eerste jaren na de aanleg werd de tuin beheerd als wilde-plantentuin. In die beginfase zijn veel soorten, aangeplant en uitgezaaid. Het hiervoor benodigde zaad kwam alleen uit eigen kweek. Het beheer was toen vooral gericht op het in standhouden van soorten. Later werd de tuin als natuurtuin beheerd en gold dat de natuur zich mocht ontwikkelen binnen de randvoorwaarden van het natuurlijk beheer. In die tijd heeft de tuin naam gemaakt als proeftuin van het natuurlijk groenbeheer.
Gras- en rietlanden werden gemaaid en maaisel afgevoerd, akkers werden gespit en grienden, bosranden en struwelen gehakt en gesnoeid.
Vanaf begin jaren tachtig is de ontwikkeling van de vegetatie goed bijgehouden en het beheer hierop afgestemd. In de loop der jaren hebben zich tal van dieren vanuit de omgeving in de tuin gevestigd, maar ook het omgekeerde heeft op uitgebreide schaal plaatsgevonden. Een aantal plantensoorten dat ooit in de natuurtuin is geïntroduceerd komt nu ook elders in het Westerpark en in Zoetermeer voor.
Markante punten in de geschiedenis van de Natuurtuin
1976: werkgroep ingesteld van ambtenaren, gebruikers en bewoners.
1978: realisatie eerste deel.
1980: vaste beheerder in dienst.
1982: opening voor publiek, eerste informatiebord.
1984: oprichting Stichting ‘t Westpunt.
1988: publicatie Johan Vos: 10 jaar natuurtuin.
1992: training natuurtuingidsen.
1999: eerste gemeentelijk beleidsplan: Stadsnatuurplan.
2011: bezoek en advies Ger Londo aan natuurtuin: ‘zijn advies’: herijking nodig.
2012: brief gidsen (over onderhoud in relatie tot toekomstvisie).
2013: nieuw gemeentelijke beleidsplan: Groentrilogie met o.a. nota visie Biodiversiteit.
2014: start discussie toekomst natuurtuin.
2015: kerndocument Toekomstvisie Natuurtuin
2015: oprichting Stichting Vrienden Natuur- en Landschappentuin te Zoetermeer