DE LANDSCHAPPEN IN DE NATUUR- EN LANDSCHAPPENTUIN
De landschappen in de Natuur- en Landschappentuin geven een indruk van de omgeving van Zoetermeer in de tijd voordat de plaats zou uitgroeien van een dorp met 6000 inwoners tot een stad met bijna 130.000 inwoners. Het boerenbedrijf met veehouderij, akkerbouw en in mindere mate tuinbouw speelde hier tot de jaren ’60 een voorname rol. Een deel van de landschappen is daarom gewijd aan in zogeheten in cultuur gebracht gebied: door de mens ontwikkeld om het geschikt te maken voor het agrarisch bedrijf.
Zoals de naam Natuur- en Landschappentuin al aangeeft, speelt ook natuur een voorname rol in de tuin. Daarbij gaat het om flora die goed gedijt in de hier vanouds aanwezige grondsoorten zeeklei en veen. En om de kleine en heel kleine dieren die zich daarin thuisvoelen en zich kunnen handhaven (zie ook Flora en Fauna).
In het deel van de tuin dat zich links en rechts van de ophaalbrug in een brede strook uitstrekt, spelen de planten, bomen, struiken en dieren de hoofdrol. De met het boerenbedrijf verbonden landschappen bevinden zich aan de overkant van het water tegenover de ophaalbrug.
Hieronder een beschrijving van de verschillende landschappen.
Bloemrijke dijken
De bloemen op de dijken geven kleur aan de Natuurtuin. Denk bijvoorbeeld aan de witte margrieten, het paarse knoopkruid, de blauwe beemdooievaarsbek en de gele ratelaar.
Lees meer…
Veenlandschap
Veen kan ontstaan wanneer plantenresten in het water blijven liggen. Deze hopen zich op waardoor het gebiedje langzaamaan land wordt.
Lees meer…
Terrassenlandschap
Het water van de hoge wetering stroomt via terrassen naar het lager gelegen polderslootje. De terrassen staan deels onder water. In het voorjaar bloeien de dotterbloemen en de kievitstulpjes.
Lees meer…
Insectenveld
In 2018 heeft de oorspronkelijke verwilderingshoek plaats gemaakt voor een insectenveld met insectenhotels en leemheuvels. Naast vaste planten zijn één- en tweejarigen gezaaid; voor alle planten geldt, dat ze aantrekkelijk zijn voor insecten.
Lees meer…
Bosranden en struwelen
In een goed ontwikkelde bosrand wisselen struiken, bomen en kruiden die van schaduw houden elkaar af.
Lees meer…
Oude boerenhoeve
Bij een oude boerenhoeve hoort een boomgaard, akkertjes en een bosje. De muren zijn begroeid met diverse muurplanten. DE akkertjes zijn ingezaaid met voor insecten aantrekkelijke soorten.
Lees meer…
Griend
De griend (hakhoutplantage van wilgen) is een oude cultuur. Griendwilgen kunnen goed tegen een natte bodem en overstromingen. Het hout werd voor het vlechten van manden en het maken van oeverbeschoeiing gebruikt.
Lees meer…
Polder, weidemolentjes en pest- en geriefbosjes
Een polder is een laag, met dijken omgeven stuk land waarbinnen men de waterstand kan regelen. De twee molentjes moeten de waterstand in de polder regelen.
Lees meer…
Rietland
Slingerend langs de dijk van de polder gaat een vlonderpad door de rietkraag. Het riet wordt soms nog steeds gebruikt voor het afdekken van daken.
Lees meer…
Watersysteem
De Natuurtuin heeft een eigen watersysteem. Het water van de poldersloot wordt opgepompt naar de hoger gelegen wetering. Vervolgens sijpelt het door het terrassenlandschap naar de lager gelegen poldersloot.
Lees meer…